Twee weken geleden hebben wij. onder het opschrift ..Kind en School", de groote beteekenis geschetst, welke het buitengewoon lager onderwijs (kortheidshalve als 8.L.0. aangeduid), heeft voor de opvoeding en opleiding van kinderen, wier geestelijke vermogens niet toereikend zijn om het gewone lager onderwijs te volger,. z.gJl. achterlijke, zwakzinnige of abnormale kinderen. Wij hebben aangetoond, dat het 8.L.0. voor tal van kinderen — en voor hun ouders — een uitkomst biedt, omdat dit onderwijs zich aanpast ;>an het geestelijke peil van de leerlingen en aan hun individueele i iLU'nschappen en karaktertrekken :en daardoor zooveel mogelijk geschikt maakt voor de samenleving, waarin zij zich later geplaats hopen te zien. Vermoedelijk zal menige lezer van bedoeld artikel zich hebben afgevraagd: En als nu het achterlijke kind het BLO. met meer of minder succes achter den rug heeft, is het dan zóó ver gebracht, dat de ouders de voorbereiding voor de maatschappij kunnen voortzetten? En zijn alle ouders voor die taak geschikt? Zal niet het achterlijke kind. dat door het 8.L.0. wordt losgelaten, in zeer vele gevallen het stuur kwijtraken en terugvallen in zijn onbruikbaarheid en daarmee in zijn ongeluk-1 Dit zijn inderdaad redelijke vragen en het stemt ons tot vol• 'ing. dat wij er een bevredigend antwoord op kunnen geven. * * ♦ In verschillende gemeenten van ons land. waar het 8.L.0. zijn intrede had gedaan en zijn goede werking had getoond, heeft men ingezien, dat tusschen dit zeer speciale onderwijs en de maatschappij een leemte gaapt, welke moet worden overbrugd. Zoo ont: tond het instituut van de „Nazorg", d.i. de zorg voor de oudleerlingen van het 8.L.0. Tot de gemeenten, waar dit in:ut zijn intrede deed. behoort enk 's-Gravenhage. Reeds herhaaldelijk was in den Gemeenteraad op zulk een voorziening aangeigen, toen in 1928 een commissie werd benoemd om deze zaak te bestudeeren. welke commissie in 1931 haar rapport uitbracht, een lijvig boekdeel, waarvan de conclusie in het kort was: dat de benoeming van een specialen ambtenaar voor de Nazorg noodzakelijk was, evenals een werkinrichting voor zwakzinnigen, die niet in loondienst zijn. Het lijkt een logische conclusie Want iederbegrijptwel.dat — zoo men met de zwakzinnigen blijvend wil bereiken — in de eerste plaats iemand noooig is. die zich hun lot aantrekt als zij het 8.L.0. ebben verlaten: iemand, die voor zeer bijzondere taak de verste eigenschappen heeft, als paedagogisch en psychologisch inzicht, karakterkennis en. .. veel geeiuld en vooral toewijding. In de tweede plaats een gelegenheid, ir men de zwakzinnigen, voor wie niets noodlottiger is dan ledig-4. kan bezig houden met voor I en geschikten arbeid in een voor hen geschikte omgeving en onder e en juiste leiding. * * * Ten slotte is hier dan ook het zoo belangrijke vraagstuk in dezen i-eest opgelost. Er kwam een ambtenaar voor de nazorg 8.L.0., de heer G. H. van Dijk, ressorteerend onder de afdeeling Psychiatrie van Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst (welke afdeeling onder dr. J. J. Wuite staat). De heer van Dijk. die gedurende 16 jaren te Rotterdam bij het 8.L.0. is werkzaam geweest en in die stad verschillende werkzaamheden op so< ïaal gebied verrichtte, bracht onge twiifeld de noodige ervaring mede voor zijn nieuwe taak. Hij vond bij zijn indiensttreding op 1 Juni 1939 50 z.g.n ..gederailleerde" gevallen, gevallen dus, waarin het met een jeugdigen zwakzinnige na het verlaten van het 8.L.0. verkeerd liep en ingrijpen dringend geboden was. Thans heeft hij reeds 275 van zulke gevallen te behandelen — alle van oud-leerlingen van het 8.L.0. — waaronder zeer enkele van ..voorzorg" ,(n.l. speciale zorg voor zwakzinnigen. die het 8.L.0. nog of weer genieten). Vóórdien kwamen de jeugdige zwakzinnigen na het bezoeken van de school terecht bij de afdeeling voor bijzondere bemiddeling van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs, waar de ambtenaren, hoe ij\ en welgezind oeik. de vereischte paedagogische kennis en ervai misten en ook niet de bevoegdheid of gelegenheid hadden om hun zorgen in veildoende mate over de zwakzinnigen uit te strekken Sedert het optreden van den specialen ambtenaar voor de nazorg draagt de Arbeidsbeurs dan ook deze gegadigden gaarne aan den specialist over. * * * Hoe werkt nu ten onzent instituut van de Nazei Laat ons beginnen met mede te doelen, dat men de zwakzinnigen globaal onderscheidt in drie categorieën: de' debielen, de Lmbi len en de idioten. Debielen en imbeciller. hebben gemeen, dat zij door de beperktheid van hun gi als gevolg van eenigerlei lijke stoornis niet in staat zijn. het gewone lagere onderwijs te volgen, Do debielen echter staan het dichtst bij de normale kindei zij kunnen wel wat leeren. maar het gaat slecht, te slecht om hen op de gewone school te handhaven, hetgeen zoowel tegen hun eigen belang als tegen dat van het onderwijs op die school zou zijn. Zou men dus de debielen de lichtere gevallen van zwakzini heid kunnen noemen, de mbecillen zijn de zwaardere. Hun iets bij te brengen, hoe eenvoudig ook. ■ nog veel meer moeite; dat zij op de gewone school volkomen misplaatst zijn. springt onmiddellijk in het oog. De idioten i woord zegt het al) zijn de zwaarste gevallen. Met hen is practisch maar weinig aan te vangen; zij zijn meestal voor de samenleving even ongeschikt als zij dit wa voor de gewone school en men kan in hun eigen belang en in d hun naaste omgeving en van de maatschappij doorgaans niet K I doen dan deze ongelukkigen onder te brengen in speciale inrici. waar zij zich zooveel mogelijk op hun gemak zullen n. Het spreekt vanzelf, dat tusschen de drie genoen. :. een scherpe grenslijnen zijn te trekken, doch de indeeling zeer wel mogelijk en blijkt van practisch nut. Het is duidelijk, dat de Nazorg zich in hoofdzaak bezig houdt met oemde cate neen. dat de eerste — de debielen — het dankbaarste materiaal opleveren en de imbecillen n zorg en moeite baren aan wie hen voor de samenleving tracht geschikt te maken. * * * Van het grootste belang is de beroepskeuze voor debielen en imbecillen. Daarvoor ontvangt de ambtenaar voor Nazorg van de hoofden der 8.L.0.-scholen uitvoerige i: vulde vragenlijsten omtrent alle jongens en meisjes, die de school verlaten, debielen en imbecillen. Hij houdt besprekingen met de onderwijzers, belegt een avondbijeenkomst met hoofd en onderwijzers, spreekt daarna ook met de ouders, en is zoo in staat, zich een voorstelling te vormen van de verschillende pupillen als richtsnoer bij het zoeken van een. voor elk van hen. geschikt beroep. Hij legt ook huisbezoeken af. teneinde de milieus te leeren kennen, waarin zijn pupillen leven, en het vertrouwen te winnen zoowel van de ouders als van de zwakzinnigen zelf. Zoo vormt hij zich een denkbeeld van de opvoedingsmoeilijkheden, de sexueele moeilijkheden e.d. van elke(n) pupil en tracht bij de oplossing van die moeilijkheden zooveel mogelijk na a s I ouders te staan. In verband met het intelligentiepeil en de karaktereigenschappen enz. van de(n) pupil moet b.v. worden beoordeeld, of er voor hem of haar plaats is in het bedrijfsleven, of een groote dan wel een kleine patroon gewenscht is, of routinewerk het meest in aanmerking komt. enz. Van groot belang is hierbij de medewerking van de werkgevers, die den ambtenaar dienen te waarschuwen als zij iemand noodig hebben voor werk. dat zeer wel door een der pupillen kan worden verricht. Natuurlijk zal de air. naar heel graag met den werkgever samenwerken. Ook als een pupil is geplaatst, acht de ambtenaar zijn taak te zijnen opzichte nog niet geëindigd. Hij zal den pupil opzoeken in diens werk. zijn arbeid zien en beoordeelen. Blijkt een plaatsing in het bedrijfsleven te zijn geslaagd, dan is een groot doel bereikt: het etiket akzinni' nomen van den jongen man sje), die als zwakzinnigen weirden in ei wijding dikwijls ruimschoots vet wat zij aan intelligentie schii ■ iden zi.i zich door hun groote aanhankelijkheid met begrip 'aan en ■ d behan I Wij wezen er p, dat onze ambtenaar ■ ' org zijn pupillen nog niet „loslaat" als zij in loole plaats heb. vonden. Inderdaad: dezi trekt zich "dk over de toekomst van de(n) pupil, door e wederzijdsch contact, inlichtingen bij »ns. Debielen kunnen ook, als zij daarvoor geschikt worden bevonden, op ambae Vn worden geplaatst. Wat betreft het om in lezen, schi nen. dit wordt voor hen aar. : zij op 8.L.0 -school hebben g doch wat de* practische werkzaamheden aangaat, krijgen zij het normale onderwijs. Voor anv die van stucadoor, sche meubelmaker e.a. blijken len. die niet te ver beneden normale geestelijke peil staan, dikwijls zeer geschikt. * * * Voor de imbecillen staat de zaak natuurlijk minder gunstig voor de d< Voor i uden wordt dan ook een dere vragenlijst aan de schoolhoofden ter beantwoording gi ven, waarbij het vooral aank op het beoordeelen van de arbe : digheid. De vraag is, of de pupil al dan niet in loondienst zal kunnen treden, waarbij het in den 1 gaat om arbeid als ongeschoolde. Men heeft in dit op/ goede resultaten mogen boeken. Zij. die voor loondienst niet in aanmerking komen, kunnen aan den chef van de afdeeling Psychiatrie worden voorgedragen ter plaatsing in de werkinrichting, welke wordt beheerd door de bekende vereeniging ..Dr. Schroeder van der Kolk". Ook idioten kunnen meermalen voor een plaatsing in die inrichting in aanmerking komen als zij voor bepaalde werkzaamheden — mattenmakerij b.v. — geschikt blijken. Het grootste deel van deze o gorie echter is op gestichtsverple; aangewezen. Doch ook de verpleegden in verschillende inrichtingen blijven in de belangstelling van den ambtenaar. Blijken zij geschikt voor plaatsing in de maatschappij, n op grond van de antwoorden van den directeur der inrichting op ien vragenlijst, dan krijgen zij daartoe een proefverlof. Tevoren echter heeft de ambtenaar zich door huisbezoek op de hoogte gesteld van het milieu, waarin zijn pupil zal terechtkomen, want ook dit is een belangrijke factoi bi; beoordeeling. Blijkt de proef in de maatschappij een mislukking, dan keert de pupil terug naar de inrichting. Alle pupillen blijven onder controle van den ambtenaar voor de Nazorg, tot gebleken is, dat zij op n beenen kunnen staan. blijkt o.a. uit brieven, dat de pupillen doorgaans dit contact zeer op prijs stellen. Onder de oudere zwakzinnigen, die den schooltijd achter den rug hebben, komen verscheidene oneunden voor. Ook voor hen tracht men — en vaak met succes — een beroep te vinden, soms nadat zij eerst naar het 8.L.0. zijn teruggezonden. * * * Onze ambtenaar voor de Nazorg, de heer van Dijk. zou de arbeidsmogelijkheid voor de pupillen, die 'ndienst niet in aanmerking zeer gaarne zien uitgebreid, met gezonden tuinarbeid il en boschonderhoud. verder borstelmaken. schoenmaken enz. Hoe meer keuze van Kzaamhedon men heeft, des te • kans ook om den pupillen be.id te verschaffen. — het vat men hun kan geven. Hel is dan ook te hopen, dat het Gemeentebestuur dezen verhooren. De zorg van den heer van Dijk lei rhngen van het 8.L.0. betreft in het bijzonder den tijd n a de schooluren. Het is fataal als de pupillen des avonds op : slenteren. Hij wil zoo graag zien. dat de* school zal worden beschouwd als clubhuis, waar op een pretmanier, onder leiding van de onderwijzeressen en onderwijzers, ontwikkeling en ontspanning (..O en O."!) worden geboden, natuurlijk naast onderwijs, waarbij de tof meiet worden gebaseerd op de' moeilijkheden, welke de leerlingen ondervinden, en op de eischen. welke de practijk aan hen individueel zal stellen (voor den rekenen-met-geld, voor een andere telefoneeren enz.). Maar behalve dat. zou de heer van Dijk zoo graag willen zien, dat de pupillen sport beoefenden, wedstrijden hielden, 's zomers naar buiten gingen, dat de meisjes speciaal huishoudonderricht kregen, enz. De band met de school zou zoo sterk moeten zijn, dat de pupillen verlangen naar de avonden, waarop zij op deze manier worden beziggehouden. * * * De taak van den ambtenaar voor de Nazorg is stellig niet licht. Hij staat er hier alleen voor. In Amiam. waar de nazorg op dezelfde wijze onder den Gem. Geneesk. Dienst is georganiseerd als in onze Gemeente (men werkt daar al 18 jaren met succes) is de arbeid verdeeld over vier personen. In de overige gemeenten, die nazorg kennen in een vorm. die een dagtaak meebrengt (Rotterdam. Haarlem. Delft, Arnhem), is deze op andere leest geschoeid. Men schat in ons land het aantal zwakzinningen op '2\ pCt. van de bevolking. De scholen voor 8.L.0. in onze Gemeente worden bezocht door 1500 zwakzinnigen, die na 6 schooljaren onder de hoede van Nazorg komen. Naar evenredigheid dus slechts een klem deel van het totaal aantal zwakzinnigen, die wij in den Haag mogen veronderstellen, maar toch op zichzelf een aantal, dat respect afdwingt voor de taak van den ambtenaar voor de Nazorg, die tal van bezoeken moet afleggen, spreekuren houden, administreeren enz. Het is een taak. die den geheelen menseh vraagt. zijn tijd. zijn werkkracht, zijn gedu! 1. zijn toewijding vooral. Den heer van Dijk valt deze taak nochtans niet te zwaar, want hij hééft deze toewijding en beseft de groote waarde van zijn menschlievenden en socialen arbeid, die bovendien aan de gemeenschap geld bespaart door loonenden arbeid te verschaffen aan velen, die anders ten laste van die gemeenschap zouden komen. Ooi: mogen wij veilig aannemen, dat de criminaliteit door de nazorg sterk wordt verminderd. * * * En de heer van Dijk heeft reden tot tevredenheid. Over de medewerking van de Arbeidsbeurs, van de politie, van families, die hem pupillen — die hij natuurlijk in de eerste plaats van het 8.L.0. ontvangt — toezenden. Over de werkgevers vooral, die hem hun medewerking verleenen bij het plaatsen van pupillen in loondienst. Niet in de laatste plaats reden tot tevredenheid over de resultaten van zijn arbeid, want van zijn pupillen, jongens en meisjes, is reeds een groot gedeelte geplaatst en met goed gevolg. Voor verschillenden is intusschen nog plaatsing noodig en ook hiervoor rekent de ambtenaar voor de Nazorg op de volstrekt onmisbare medewerking van werkgevers.
Wie het bovenstaande heeft gelezen en zich daaruit een denkbeeld heeft kunnen vormen van het werk en de resultaten van Nazorg, zal het met ons eens zijn. dat deze voortreffelijke instelling de volle medewerking verdient van de overheid en van allen, die tot het welslagen kunnen bijdragen, en dat zij, onder goede en toegewijde leiding, tot een zegen moet zijn voor velen van onze medemenschen èn van onze samenleving.
"NAZORG". "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 1940/02/24 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110527755:mpeg21:p009
"Haagsche courant". 's-Gravenhage, 1940/02/24 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110527755:mpeg21:p009
Voor den Raad voor di Amsterdam werd de ramp van hel s.s. „Simon Bolivar" van de K.N.s.M. ' 1. 1). voorzitter van den Raad voer de Scheepvaart, prof. mr. B. M. Taverne (2e van links \ rl tigen, n.l. ileii inspecteur van de K.N.S.M., den heer M. C. Thomsen en den derden stuurman A. I. Praamsma, s?eheel rechl
"De ondergang van de „Simon Bolivar”". "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 1940/02/24 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110527755:mpeg21:p009
Han.irieterstane. van hedenimddaf. 19 uur Het dunno pijltje geeft oen sun.l _aa van gisteren
Barometer alhier v.m. 8 u. 759 m.m., v.m. 12 u. 759 m.m.; the: -5 gr. en +7 gr. Celsius. Barometer na hedenmiddag 12 uur: stationnair. Verwachting tot den avond van 25 Febr.: '•'• 'i ■ . krach' ■ ' ". iwe.-telijk. Gedeeltelijk beu lacht, enkele regenbuien, later w< met hagel of natte sneeuw. Kouder, wellicht temperatuur om het vriespunt des 's nachts. Het 3rktische gebied van hoogen luchtdruk breidt zich naar het Zuiden uit De ming uit het Pooi,, -'.rekt zich reed? uit ener IJ-anri en deed .p de Faréier de tempera' or van lagen luchtdruk Scandinavië heeft zich naar het Zuiden verplaatst. Pi' strooming van wam e lucht, die de dooi gebracht heeft, trekt zich het Zuiden terug. Het - ' van deze lucht met luchluch-populair karakter pa: - in den nanacht ons land De dooi is doorgedrongen tot de Finsche De vorst blijft streng in de ithen. Ook in Italië blijft het koud. Bij de Azoren verandert de luchtdruk weinig. Zonsopgang: 25 Febr. 6.59 u.: 26 Febr. 6.51 Zonsoner] t& Febr. 5.29 u; 26 Febr 5.31 u. Lantarens aan: 25 Febr. tol 6 23 u 't m.; 25 Febr. 5.59 u. nam.; 26 I i 'Mr..; 26 Febr. 6.01 u. Hoogwater te Scheveninj ■ 25 Febr. 's m 3 4" u.: nam. 4 u.; 26 I 'sm. 4.20 u.: nam. 4.40 u. ittdag schietoefeningen op het strand van Sebeveningen I I K .en 10 u. v.m. en 6 u. nam. en tusschen strand■: 98 van 8 uur nam. tot de genden ochtend 6 uur.
"Weerkundige Waarnemingen". "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 1940/02/24 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110527755:mpeg21:p009
De reederij van het op 15 Febr. j.l. door een ontploffing gezonken motortanksehip ..Den Haag" heeft van den Ne-derlandschen consul te Londen bericht ontvangen, dat te Falmouth (F.ng.) het lijk is aangespoeld van den 29-jarigen C. van der Horst uit Rotterdam, bediende aan boord van het gezonken motortanksehip. Men zal zich herinneren, dat een Engelsch schip 13 opvarenden van de ~l)en Haag" te Londen aan land heeft gezet. I>e totale bemanning van het schip bestond uit 30 koppen, zoodat nog 25 schipbreukelingen, omtrent wier lot thans uit den aard der zaak zeer groote ongerustheid bestaat, worden vermist.
"Rampen, welke de Nederlandsche scheepvaart troffen Dertien opvarenden van de „Den Haag” verdronken Een ander slachtoffer aangespoeld". "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 1940/02/24 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110527755:mpeg21:p009
Nader vernemen wij. dat bij de directie van de Standard Amerikaansche Petroleum Compagnie bericht is ingekomen, dat in de buurt van Falmnuth (Z.W. Engeland) de tweede vermiste sloep van de vergane tankboot ledig is gevonden, ongeveer terzelfdcrtijd als waarop het lijk van den bediende C. van der Horst is aangespoeld. Volgens inlichtingen van den kapitein van het motortanksehip hadden in deze sloep de vermiste 13 opvarenden plaats genomen, zoodat thans moet «orden aangenomen. dat deze mensehen allen zijn verdronken.
Het waren: Ie stuurman P. de Jnper uit Vlaardingen: 2de machinist van Wieringen uit Amsterdam: 3e machinist W. de Romph uit Vlaardingen ; bankwerker C. Yerwey uit Vlaardingen; N. van Millingen uit Rotterdam en F. Bronkhorst uit Vlaardingen, beiden olieman; de stokers K. v. d. Plas en P. Huyser. beiden uit Rotterdam, en W. de Heer uit Vlaardingen: de matrozen C. v. d. Oever en Vons. beiden uit Vlaardingen en de chef-kok P. Stom uit Rotterdam.
"Tweede sloep gevonden". "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 1940/02/24 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110527755:mpeg21:p009
Er wordt dus ook nog steeds een derde sloep met bemanning ver:
Relaas van eersten machinist
DE TORPEDEERING VAN DE „TARA"
De le-machinist van het getorpedeerde Neder!andsche s.s. ~Tara". dio de reddingboot, welke aanvankelijk werd vermist, commandeerde, verklaarde, dat zij den gehec.en Woensdag op zee waren en ofschoon zij één of twee keer niet ver van de kust waren, zij er nimmer geheel in slaagden den veiligen wal te bereiken. In den namiddag zagen zij op eenigon afstand een visschersboot, maar daar zij geen vuurpijlen hadden, konden zij niet de aandacht op zich . gen. In den nacht kwamen zij dichter bij de kust, maar door de duisternis stelden zij geen pogingen in het werk, cm aan land te gaan. Den volgenden morgen slaagden zij hierin en na 20 minuten te hebben geloopon. kwamen zij aan een landhuis, waar zij met de hartelijkheid we-rden ontvangen. Later op den dag brarht een auto hen naar do kleine haven La Corme. De Ni-deriandsehe consul te La Coruna was inmiddels van bet gebeurde np do hoogte gesteld en had een auto gezonden om hen af te halen.
"Nog een derde sloep vermist". "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 1940/02/24 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110527755:mpeg21:p009