Zeiss-Flanetarium Haagsche Courant Regeling voor Militairen De directie van het Zeiss-Planetanum Haagsche Courant heeft besloten, voor de hier gelegerde militairen van alle rangen per avond 75 gratis plaatsen ter beschikking te stellen. De kaarten z.ijn den geheelen dag van 9 v.m. tot 8 n.m. verkrijgbaar aan het Planetarium-loket van de Haagsche Courant, Wagenstraat 37. De voordracht vangt om 8.15 uur aan en duurt ongeveer een uur. Voor «Ie voordrachten, die hedenavond, Maandagavond, Dinsdagavond, Woensdagavond, Donderdagavond, Vrijdagavond en Zaterdagavond gehouden worden, ?.ijn nog plaatsen beschikbaar. _»■___——————^-—■—
Haagsche courant
- 13-04-1940
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Haagsche courant
- Datum
- 13-04-1940
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A. Sijthoff jr.
- Plaats van uitgave
- 's-Gravenhage
- PPN
- 832402826
- Verschijningsperiode
- 1883-2005
- Periode gedigitaliseerd
- 1940-1944
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- KB NBM C 62
- Nummer
- 17543
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
KENNISGEVINGEN Gevonden voorwerpen
Aanwezig aan het hoofdbureau van po- Alexanderplein 20 en aldaar te be■ï op alle werkdagen, telefonisch aliei!. ei! tussehen 10.30 en 12 uur en monde;,ng n tussehen 12 30 en 230 uur: papieren zak inh. dameshoed. een gevulde tabaksdoos, een blanco rentekaart ime van W. J. v. Dijk, een witi damesportemonnaie, een autopor-. een jongenspet, een albumpje tos, een bruine portemonnaie inh. sleutel en geld. een portemonnaie met ritssluiting inh. 26 cent en huissleutel, een ■ Itaschje met inhoud, een geldstuk een kolenriek een hondenpenning Vp I'i4B-4i>, diverse sleutels, haridschoe• • eibelastiiigmcrken 'en ceintuur:-. gij de navolgende ingezetenen: bruine portemonnaie met inhoud, \ t'alcarstraat 36 (bevr. B—9 uur'; ,varte portemonnaie met inhoud v. (j Horst v Bylandtstraat 180 (gevonden 4 ApriD; 2 boyengebitten in etui. Gabel, ilcinstraat 17: een damesparapluie, ■ achter. Hoofdpostkantoor (bevr B—B8—8 unit aVv armbandje. Gemsen, • '7; een verm zilveren aan- SchraMaaßde, Dirk Hoogenraad-214: een paar zwarte glacé dames■hoenen, Postkantoor, Badhuisstraat, _-en: een damesparapluie. Teleur Prinsestraat: een regencape, 'wan. Jasmijnstraat 27; plm. 60 couin een zak, v. 't Oosten, Tromp■■ een glacé handschoen, de Jong. pstraat 218: een bos sleutels. Koo- Bussumsehestraat 151; 2 rol behang. -.-. Ostadestraat 588: een kat. Ketting. Yaillantlaan 265; een oude actetasch met i-.aaistersbenoodiedheden, Zommer. intlaao 48: een vulpen. Vervel, Kaap■ . : _ . masker, Hoekzema. Korhestraat 42; 2 katten. Rossmölder, jplein 19: een jonge witte poes v d Juli.in.i v. Stolberglaan 103: een gouden schakelarmband met bewerking op Witte. Burchtplein 12. te Wassenaar, tel 716278: een bruin led. kinderportornonnaie. V Leeuwen, Mient 671: een ••■wielpomp. Akkerman. Beeklaan {ouden broche. Leschot. Daguerre- I 2ti: een reservewiel met band Bruin, Molenijzerstraat 5; een e schooltasch inh. muziek en muziekinstrumenten, filiaal Hus, Badhuisstraat igfr een bruin led. knipbeurs inh Lips,.Corbcnu"-sleutel en geld, de Niet. .straat 42; een imit. paarlen hals- Bommel. Badhuisstraat 170 e: lonkcrbrmn damestaschje inh. een - ,u de Cologne en geld. de Koning, Zandvoortstraat 38; een hond. 4 katten en 2 zeevogels, Asyl, Nieuwe Haven 73. Opcevangen honden: Voor inlichtingen. A Nieuwe Haven "3.
BINNENLAND Nederland zal, als het wordt aangevallen, zich te weer stellen „Regeering geniet den steun van de geheele natie” Verklaring van minister van Kleffens voor de Italiaansche pers
De minister van Buitenlandsche Zaken, mr. E. N. van Kleffens, heeft den correspondent te den Haag van het Italiaansche persbureau Stefani een interview toegestaan, waarin hij o. a. verklaarde, dat de Nederlandsche regeering, die, wat de buitenlandsche politiek betreft, den steun der geheele natie geniet, onder de tegenwoordige Ce omstandigheden kalm de gelijn blijft volgen, die zij bij het ■bh het bewind komen heeft uitpeld.
Iedere aanval zal worden afgeslagen
Deze houding wordt niet alleen gekenmerkt door den wensch, buiten het conflict te blijven en nauwgezet de neutraliteit in acht te nemen, doch ook door den onwrikbaren wil. met de wapens iederen aanval op het land, vanwaar deze ook komt. af te slaan. ..Sedert September j.1., aldus mr. van Kleffens, is niets nagelaten om de verdediging des lands zoo goed megelijk te verzekeren. Nederland zal zich, als het wordt aangevallen, met de meeste energie teweer stellen.
Handhaving van de krijgstucht Legerorder inzake het meerijden met Particuliere auto's.
In een legerorder wordt de aandacht der onderscheidene commandanten er nogmaals op gevestigd, dat het nog steeds veelvuldig voorkomt, dat zich militairen langs den openbaren weg opstellen en door handopsteken of andere gebaren de aandacht trekken van erende automobilisten teneinde deze in hun voertuig te worden enomen. Er is reeds eerder op gewezen, dat een dergelijk optreden strijdig is met' de waardigheid van den militairen stand en schadelijk voor het aanzien Van de weermacht en derhalve onverenigbaar met een goede krijgstucht. De onderscheiden commandanten 'uilen het onder hun bevelen gestelde personeel hierop nogmaals wijzen, op de naleving toezien en tegen mogelijke overtredingen met gestrengheid optreden.
Het vetorecht van den minister
Het eerste staaltje van de vrijmoedige wijze, waarop het algemeen bestuur de pers meent te kunnen voorlichten, was de mededeeling. dat het vetorecht inzake de besluiten van de algemeene vergadering niet in het rapport-Quarles van Ufford was opgenomen, doch door de vertegenwoordigers van het departement in de ontwerp-statuten was hinnen gesmokkeld. leder, die het rapport gelezen heeft, weet wel beter. Aan de waakzaamheid van een der aanwezige journalisten was het te danken, dat reeds tijdens de conferentie hel bestuur zich genoopt zag dit fraaie staaltje van ..voorlichting" terug te nemen. Wat te denken van een bestuur, dat aldus ten aanzien van één van de meest markante punten van het rapport in het openbaar bewust of onbewust misverstand wekt ? Een rapport nog wel. afkomstig van een commissie, waarin drie leden van het bestuur zitting hadden. Niet minder vrijmoedig was de mededeeling. dat de overwegende bezwaren van het bestuur tegen dit vetorecht — in Maart 1939, toen het verhoogde subsidie nog moest komen, met alle andere voorstellen van het rapport-Quarles volledig aanvaard — door den minister zouden zijn erkend. Bij de persconferentie op 3 April j.l. in het departement van Binnenlandsehe Zaken, heeft deze onware voor- Stelling van zaken reeds de weerlegging ontvangen, welke zij verdiende. Om een laatste blijk van zijn tegemoetkoming te geven, had minister van Boeyen goed gevonden, dat dit vetorecht niet in de statuten, doch in het subsidiebesluit zou worden opgenomen, daarmede — gelijk de minister het uitdrukte — materieel aan het rapport- Quarles vasthoudend. Men moet wel buitengewoon onaandoenlijk zijn om na de ontvangen afstraffing nogmaals met een dergelijke armzalige uitvlucht te komen.
GEMEENTELIJKE SUBSIDIE.
Het bestuur verwijt den minister niet in het genot te zijn gesteld van de gemeentelijke subsidies, welke het rapport-Quarles in overweging zou hebben gegeven. Blijkbaar weet het algemeen bestuur — al is zijn voorzitter een oud-burgemeester — zoo weinig van onze gemeentelijn .• ving af. dat het veronderstelt, dat de minister de gemeenten kan dwingen de vereeniging te subsidieeren- Het rapport-Quarles kende trouwens geen rechtstreeksche subsidicering van de centrale organisatie door de gemeentebesturen. Het eenige wat in dat opzicht werd voorgesteld. was de suggestie, dat de gemeenten de plaatselijke afdeelingen door het verleenen van subsidie in staat zouden stellen een bijdrage van ƒ 0.10 per lid aan de centrale kas af te dragen. Het initiatief tot het verkrijgen van een dergelijke subsidie behoorde uiteraard van de plaatselijke afdeelingen, gesteund door de centrale vereeniging. uit te gaan Den minister kan moeilijk verweten worden, dat van dit initiatief — blijkbaar aLs gevolg van de weinig aangename verhouding tussehen algemeen bestuur en talrijke afdeelingen — weinig of niets is terecht gekomen.
Het rapport-Quarles.
De wijze, waarop de voorzitter en de directeur-secretaris bij de bespreking van het rapport in de afdeelingen de aanvaarding van belangrijke onderdeelen van het rapport-Quarles trachtten ie torpedeeren. is. zooals de minister op 3 April mededeelde, de droppel geweest, welke de beker deed overloopen. De eerste zakelijke weerlegging van hetgeen aan deze hoeren aan de hand van de ontvangen rapporten is ten laste gelegd en waarvan aan hen evenals aan alle andere bestuursleden onmiddellijk medr-dceling is gedaan, moet nog komen. Ter kennis van het bestuur gebrachte verklaringen zijn. behalve door den rapporteerenden ambtenaar, onderteekend door leden van afdeelingsbesturen. die deze vergaderingen hebben bijgewoond en de bedoelde gegevens hebben verstrekt. De vier verklaringen, welke ter kennis van het bestuur zijn gebracht zijn trouwens slechts eenige specima van het materiaal, dat den minister ter beschikking staat — specima welke overigens voor zichzelf spreken. Zijn wij wel ingelicht, dan bevindt zich onder dit materiaal ook een hoogst interessante brief over het verloop van de afdeelingsvergadenng te Groningen welk het afdeelingshestuur van Friesland ontving onmiddellijk na het bezoek van den heer Klein. We zullen het trieste verhaal hierbij laten. Het hoofdbestuur verklaart zijn verantwoordelijkheid tegenover de leden te verstaan en daarom niet voor den minister te willen zwichten. Menige afdeeling, welke met smart reeds twee jaar op een algemeene ledenvergadering wacht, zal met eenige verbazing hebben kennis genomen van di. plotseling ontstane verantwoordelijkheidsbesef van een bestuur, dat m hoofdzaak door coöptatie is ontstaan, en ieder rechtstreeks mandaat van de leden in deze zaak mist. Het algemeen bestuur heft een klacht aan over de toekomst van het particulier initiatief, als dit zijn gewaardeerde medewerking zal moeten ontberen. Wie zich een gefundeerd oordeel wenscht te vormen omtrent de beteekenis voor de luchtbescherming in ons land van den arbeid van de vereeniging als centrale organisatie, zal verstandig doen zijn licht eens op te steken bij de hoofden van de gemeentelijke luchtbeschermingsdiensten en niet minder bij de leiding -an de plaatselijke afdeelingen in de groote steden. Den ingewijde is dit oordeel wel bekend. In de eerstvolgende ledenvergadering zal hieraan wel de noodige puiteit worden gegeven.
Jhr. L J. QUARLES VAN UFFORD OVERLEDEN Groot dierenbeschermer heengegaan
Op 88-jarigen leeftijd is gisteravond te zijnen huize overleden jhr. L. J. Quarles van Ufford. eere-voorzitter der Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren en voorzitter van den raad van beheer der S.B. Criellaertsstichting ter verspreiding van geschriften op dierenbeschermend gebied. De overledene was een der groote figuren in den arbeid der Neder'andsche dierenbescherming. In 1887 trad hij in bet hoofdbestuur. waarin hij al dadelijk zijn krachten ontplooide op velerlei gebied. In 1889 werd hij penningmeester van het hoofdbestuur. Daarna aanvaardde hij het voorzitterschap tot 1919. terwijl hij in dat jaar tot eere-lid der vereeniging werd benoemd en in 1926 de onderscheiding van eere-voorzitter ontving. Bij die gelegenheid werd hem de gouden medaille va» de vereeniging uitgereikt. Van tal van commissies van het hoofdbestuur bekleedde hij het voorzitterschap, o.a. de commissie ter verbetering van toestanden bij de exploitatie van vee- en pluimgedierto. terwijl hij ook van andere commissies actief lid was, als b.v. die voor vervoerbelangen. de commissie voor vogelbescherming, voedering der vogels in den winter, de commissie voor brand in stallen enz. Tal van afdeelingen werden door hem in den lande opgericht en daarnaast verzorgde hij allerlei onderdoelen van den zich steeds uitbreidenden arbeid der vereeniging. Door zijn ervaring en groote liefde voor de dieren, gepaard aan een uitgebreide kennis van het leven der dieren, werd hem telkens een leidende functie toevertrouwd. Zoo was hij o.m. keurmeester op de landbouwtentoonstelüng van 1880 op het gebied van noefbeslag. Op zijn init werd een actieve campagne op touw gezet tegen het gebruik van den opzetteugel. Reeds in 1921 werd jhr. Quarles van Ufford in zijn hoedanigheid van lid van het hoofdbestuur ridder in de Orde van Oranje Nassau. Als vaste medewerker van het maandblad Kerenbescnernüng li de hij zelfs tot in het laat-' verschenen April-nummer waardevolle De Regeering erkende wederom verdiensten door hem in 1928 te bevorderen tol Van Oranje Nassau. De begrafenis zal plaats vinden Dinsdag a.s., haif drie, op Oud Eik en Duinen.
GLAZENWASSCHER GEVALLEN.
Hedenmorgen te 11 uur is de 55-jarige glazenwasscher G. 3. van d. B. uit de van Ravensteijnstraat. toen hij op een ladder staande in de Paulus Buysstraat bezig was van een eerste étage de ramen te zeemen, misgestapt en op straat gevallen. De man liep een wervel fractuur op en is door den geneeskundigen dienst naar het ziekenhuis aan den Zuidwa! vervoerd. In den loop van den dag zijn gisteren door de politie-brandweer schoorsteenbranden gebluschl in de perceelen Rijswijkseheweg 245 en Markenschestraat 98.
NIEUWE DUITSCHE TROEPEN KOMEN IN OSLO AAN
OSLO. 13 April. (D.N.8.) Gisteren zijn hier voortdurend nieuwe sterke afdeelingen van de Duitsche weermacht aangekomen.
QUISLING OVER DEN DUITSCHEN INVAL
van de Noorsche pers verklaard, dat de directe aanleiding tot het Duitsche optreden was gelegen in de Britsche schending van de Noorsche neutraliteit De Noorsche regeering. aldus Quisiing. heeft te Londen slechts zwak geprotesteerd. Duitschland achtte zich derhalve gerechtigd, zelf zijn belangen in Noorwegen te behartigen. Daar de regeering Oslo verliet, was 't de plicht van de „Nasjona! Samling". een nieu- Kegeering te vormen. Deze heeft ak. de vrijheid en onafhankelijkvan Noorwegen te verzekeren.
DE LUCHTACTIE Munitiedepôt in de lucht gevlogen
LONDEN', 13 April. (Reuter.) Officieel wordt medegedeeld, dat de marine-luchtmacht gisteren wederom oorlogs en transportschepen te Bergen heeft gebombardeerd. Een munitiedepot vloog in de lucht en een motortorpedoboot werd met machinegeweren beschoten. De weersomstandigheden waren, aldus het communiqué, hoogst ongunstig en een van onze machines was gedwongen nabij een eiland op zee te dalen. Men heeft gezien, dat de twee inzittenden zich uit het toestel bevrijden, de overige vliegtuigen zijn behouden op hun basis teruggekeerd. BERLIJN. 13 April. (D.N.8.) Naar nog bekend geworden is. hebben na de luchtgt vechten aan de Noorsche kust. welke gisteren hebben plaatsgehad, nog twee Britsche gevechtsvliegtuigen op zee moeten dalen zoodat de Engelsehen bij deze gevechten in totaal 10 ■ellen hebben verloren U-gen de Duitschers 2.
DE BRITSCHE MIJNENVELDEN
BERLIJN, 13 April. (Eigen td In het leggen van de groote Britsche mijnenvelden, ziet Berlijn een aanwijzing, dat Engeland tot het defensief overgaat.
DE BERICHTEN OVER DE „GNEISENAU”
BERLIJN. 13 April. Eigen teL) In de Wilhe'.mstrasse werd gevraagd ws met de „Gneisenau ' geschied is. Een positieve verklaring, dat het schip niet ondergegaan zou zijn. werd niet gegeven. Wel vestigde men de aandacht op allerlei onjuiste Engelsche berichten.
BERLIJN GEEFT WEINIG NIEUWS
BERLIJN. 13 April (Eigen Tel.i. Het weekeinde schijnt zeer kalm te zullen verloopen. Er is hedenavond en morgen b.v. geen perszitting. Van de Nborsrhe regeering wordt geen nieuws gemeld. Het is niet bekend, of de Duitsche gezant gisteren nog bij koning Haakon is geweest, maar wanneer dat gisteren niet geschied is. acht men het in hooge mate waarschijnlijk, dat de koning den gezant vandaag in gehoor zal ontvangen.
Ontwerp statuten.
Minister van Boeyen verklaarde op 3 April, dat de statuten in eersten aanleg door den secretaris der vereeni-' ging zijn ontworpen. Het algemeen bijstuur — door deze mededeel ing klaarblijkelijk in een gevoelig punt getroffen — acht het onbegrijpelijk, dat de minister zulke modedeelingen aan de petl verstrekt. Nog minder begrijpelijk is intusschen, dat het bestuur even later bij de gehouden persconferentie te kennen gaf, dat het secretariaat het eerste ontwerp der statuten op 26 26 April 1939 naar het ministerie had gezonden. Het onderscheid tussehen ..statuten in eersten aanleg ontworpen" en „eerste ontwerp der statuten" zal vermoedelijk alleen aan het bestuur duidelijk zijn. Volgens art. 13 van het ontworpen huishoudelijk reglement zou het vetorecht van den burgemeester beperkt blijven tot de besluiten van de afdeelingsbesturen. die rechtstreeks de uitoefening van den gemeentelijken lucht- Ixschermingsdienst betreffen. Minister van Boeyen aag hierin een slinksche poging om — in afwijking van het rapport-Quarles — de zelfbeschermnig aan het vetorecht van den burgemeester te onttrekken. leder onbevangen lezer zal de juistheid daarvan toegeven. Nochtans verklaarde het bestuur bij de gehouden persconferentie dat het zelfs na herhaalde lering niet is mogen gelukken te begrijpen, wat de minister met deze mededeelirur bedoelde. Of deze uitlating strookt met de houding van het bestuur bij de bespreking met den minister-president en den minister van Defensie ten aanzien van dit punt ingenomen, zal het bestuur zelf het beste kunnen beoordeelen.
Het conflict in de luchtbescherming Een wederwoord van den minister
Van bevoegde zijde deelt men ons het volgende mede : ~Bij de dezer dagen door de Nederlandsche Vereeeniging voor Luchtbescherming gehouden persconferentie zijn van de zijde van het algemeen bestuur in zoo ruime mate tendentieuze onjuistheden gelanceerd, dat aan een behoorlijke weerlegging daarvan binnen het kader, dat de dagbladpers daarvoor beschikbaar kan stellen, niet te denken valt. Op de meest saillante punten rntusschen kan het publiek een onmiddellijk* rectificatie bezwaarlijk onthouden worden.
STADSNIEUWS HET GERUCHT ONZE ERGSTE VIJAND Nederland beschermd door krachtige en vaardige weermacht
Van bevoegde militaire zijde schrijft men ons: In deze dagen, nu de spanningen buiten onze grenzen Nederland meer dan ooit voorbereid vinden op iedere eventualiteit, is het gerucht onze ergste vijand. Het gerucht immers veroorzaakt ook daar spanningen, waar daarvoor geen enkele aanleiding bestaat. Het blaast alledaagsehe feiten op tot bedenkelijke symptomen en wijst normale gebeurtenissen aan als teekenen van dreigend gevaar. Zoo is door sommigen zelfs de nachtelijke militaire oefening, die gisteren alhier werd gehouden, opgevat als een zoodanig teeken. Wie echter dergelijke opvattingen verkondigt heult met onzen vijand: het gerucht. Oefeningen van een gemobiliseerd leger bewijzen uitsluitend, dat dit leger zijn gewone dagelijksche plicht doet. Dit doet men toch overal. In plaats van hierin een dreiging te zien, hoort men dit op te vatten als een geruststelling. Dat de Nederlander gerust kan zijn in het besef beschermd te worden door een krachtige en vaardige •weermacht. zal hem thans en ook later werkelijk uit nog wel meer oefeningen van die weermacht blijken.
SLECHTE GEWOONTE VAN WIELRIJDERS Bij bushalten
Naar aanleiding van het onder bovenstaanden titel in ons blad van 11 dezer opgenomen ingezonden stuk. deelt de directie der H.T.M, ons mede, dat het bewezen coupeeren van fietsers gestraft wordt, doch dit komt gelukkig slechts zeer zelden voor. Dat er niettemin herhaaldelijk fietsers in de fuik loopen, wanneer een bus zich naar zijn halte moet begeven, is veeleer toe te schrijven aan de slechte gewoonte van talrijke fietsers, om hetzij uit onoplettendheid, hetzij met het idee, ik kom er nog wel langs, niet de minste notitie te nemen van de tijdig door den buschauffeur gegeven aanduiding, dat deze zich rechts naar het trottoir gaat begeven. Wanneer de busbestuurders zich aan deze soort fietsers zouden storen, zouden zij, vooral op de spitsuren, wanneer heele rijen fietsers achter en naast elkaar rijden en ongeacht de uitgestoken richtingaanwijzer van den bus kalm achter hun voorman blijven doorrijden, de bushalten in het geheel niet kunnen bereiken.
GEMENGD NIEUWS WAAKZAME EN DOORTASTENDE SCHILDWACHT
Twee aersonen, perdacht van tpionnage, %earretteerd
Denk zij het energieke optreden van een schildwacht, zijn dezer dagen bij in aanleg zijnde verdedigingswerken in het Oosten van het land wederom twee personen op vermoeden van spionnage gearresteerd. De boidi mannen waren, aldus de ..Tel.", met een personenauto gekomen, welke ergens in de buurt van de militaire werken langs den weg geparkeerd werd. Een hunner bleef in de auto, waarvan de motor op gang gehouden werd. De ander begaf zich naar de in aanbouw zijnde stellingen, maakte vrijwel onopgemerkt eenige foto's en keerde toen haastig naar de wachtende auto terug. Alleen een militair, die op grooten afstand surveilleerde. zag wat er gebeurde. Hij rende terstond op de auto af en bereikte deze op het moment, dat beide mannen wilden wegrijden. De schildwacht bedacht zich geen oogenblik ; hfc gooide het geweer aan den schouder en sommeerde den bestuurder te stoppen. De automobilist, die zag dat het den soldaat ernst was. voldeed aan het bevel. Hierop gelastte de schildwacht den beiden inzittenden hem te volgen naar de wacht, waar de arrestanten na onderzoek werden opgesloten. Nadat de militaire autoriteiten waren gewaarschuwd, zijn de beide mannen later naar elders overgebracht en achter slot en grendel gezet.
Bevorderd.
Wegens zijn krachtig optreden is do schildwacht, de soldaat H. L. Jaarsma. intusschen bevorderd tot korporaal. Bovendien ontving hij veertien dagen extra-verlof en een belooning van veertig gulden. Van zijn kranig gedrag ;s volgens dienstorder op drie aehternde middagappèls melding gemaakt.
DUITSCHERS STELLEN DE DOODSTRAF OP DE NAKOMING VAN HET NOORSCHE MOBILISATIEBEVEL
PARIJS. 13 April (Havas). Generaal von Falkenhorst, de commandant van de Duitsche troepen te Noorwegen, heeft van de Noorsche hoofdstad uit voor de radio verklaard, dat alle Noren, die gevolg geven aan het mobilisatiebevel der regeering. doodgeschoten zullen worden.
DUITSCHE TROEPEN BEREIKEN HAEGELAND
BERLIJN, 13 April. (D.N.8.). Oprukkend van Kristiansand uit hebben de DuiuK'he troepen heden Ha gel and In reikt. Noorsche troepenafdeelingen. die Uj den opmarseh werden aangetroffen, hebben geen tegenstand geboden.
TELEGRAMMEN De oorlog in Europa DE STRIJD IN NOORWEGEN Kongsvinger nog in Noorsche handen
STOCKHOLM. 13 April. IU.P.) Uit particuliere bron wordt vernomen. dat de stad Kongsvinger zich hedenmorgen vroeg oog in handen van de Noren bevond. De Duitschers hebben geen poging gedaan de Glommenrivier te overschrijden. Thans is een aantal geoefende officieren in Kongsvinger aangekomen, die de organisatie van de vrijwilligers, die daar vanuit de geheele omgeving van Oslo en uit de Oostelijke grensdistricten komen toestroomen, te organiseeren. De drie plaatselijke bladen zijn niet meer verschenen. De geruchten, dat de Duitschers Hamar veroverd zouden hebben, worden hier ontkend. BERLI.JN 13 April. (Eigen Te!) Ir. de W'ilhi Imstxasse werd te verstaan ven, dat de operaties in Noorwegen worden uitgevoerd, volgens hel plan en dat men over den gang van zaken tevreden is.
TREINVERBINDING TRONDHEIMZWEDEN NORMAAL
STOCKHOLM, 13 April. (Zweedsch Tel. Ag.) Uit Oestersund wordt gemeld, dat de treinverbinding tussehen Trondheim en Zweden a normaal is, hoewel er grootever. Volgens „Oestersunds-posten" schijnt het in Trondeiag volkomen rustig te zijn.
DE HOUDING VAN ITALIE
ROME, 13 April (Stefani). De „Messagero" schrijft in een antwoord aan enkele Fransche en Britsche bladen, die zich verwonderd hebben over de houding van de Italiaansche pers, welke het optreden van Duitschland in Denemarken en Noorwegen rechtvaardigt, dat men zich in Italië ertoe bepaald heeft de feiten weer te geven. De feiten zijn: le. De schending van de Noorsche neutraliteit door de geallieerden door het leggen van mijnen, hetgeen een Fransch-Britsch militair optreden in Noorwegen deed voorzien, en 2e. de bliksemsnelle reactie van Duitschland, dat erin geslaagd is, den . geallieerden in Noorwegen voor te zijn. Het is volkomen natuurlijk, dat de Duitschers over Denemarken zijn getrokken, dat de natuurlijke brug tussehen Duitschland en Noorwegen is. Tenslotte heeft de Italiaansche pers het laatste feit weergegeven, namelijk, dat de lucht- en zeeslag op de Noordzee, welke veel minder grootsch is geweest, dan men te Londen en Parijs heeft beweerd, is geëindigd met den terugtocht van de Fransch-Britsche vlootstrijdkrachten, welke naar haar basis zijn teruggekeerd, terwijl het en der geallieerden er op het oogenblik hoofdzakelijk op gericht zou zijn, de Noren aan te sporen, tot den laatsten man te strijden.