Utrechtsche studenten almanak voor ..., 1855, 1855
Verduren moest; dat eens ’t genot
Van levensvreugd haar was geschonken,
Dat zij niet immer bij dit woud
Den lijdensbeker had gedronken :
’t Is Emma, die uw oog aanschouwt.
O zij had veel en zwaar geleden
Sinds zij naar Java w'as gebragt,
Zij had een harden strijd gestreden.
En vaak in tranen en gebeden
Geheele nachten doorgebragt.
Zij kende een’ schoonen levensmorgen ,
Waarin geen wolk van bange zorgen,
Eén’ zonnestraal verduisterd had.
Maar eer de middag neer kwam dalen,
Verborg een nev’lendoers die stralen.
En wierp een schaduw op haar pad.
En thans? Eeeds was een tweetal jaren
Haar over ’t jeugdig hoofd gevaren.
Sinds zij voor ’t eerst den grond betrad
Van ’t land aan de overzij der baren;
En wat verrezen voor haar’ geest
Nu droeve beelden van ’t verleden.
Nu zacht, dan stormend opgetreden!
Wat was haar lijden veel geweest!
Zij had in hoog gevierde kringen
Geschitterd in den glans van jeugd