Leerboek der gerechtelijke geneeskunde
Ophanging: 7 187
, , adjuvantia ƒ 19>-
„ afnemen j
n „ ; na executie j
„ agonale verwondingen /
atypische I, 193
„ bruine strenggroef 196' 198
r complete • j jS-
r definitie . . ƒ
„ dichtdrukking halsvaten 7 188
traphea I, 188
r doodstraf. \ j
r doodslag (moord) j 205' 207
, ejaculatie / 202' 203
r gemengde strenggroef 7 196
» halsorganen 7 200
r r ; methode onderzoek 204
r harde strenggroef , ',<r' Tqo
hoe lang dood ? ' j ,1( )8
r , „ gehangen? '7' öü8
incomplete 7, ' 187, 205
r intravitale 193^ ^99^ 200, 201, 202. 204
r kindermoord Z7 84
„ lijkverschijnselen j' u,.,
„ mechanisme j
„ na tracheotomie j jgg
„ nervus vagus j ^g0
r ongeluk j ^
r overleving r 7q.>
r plotseling verlies bewustzijn jgg
r postmortale j .,Qg
r pseudostrenggroef
r sectietechniek halsorganen j 204
r strenggroef . . 7^ 195
r strop; aard j ^90
r „ ligging, afgenomen lijk I. 19»
r „ „ hangend lijk 7 195
„ typische . 7! 193
r verschijnselen j ^
» r ; na afneming ^93
„ voorafgegaan door wurging 18(;' o,')h
„ witte strenggroef . 7 196
r zachte strenggroef 7 196
zelfmoord 205' o06
Opheffen zwaren last. onverwachte dood 77
Opisthotonns, morphiene- en opium-intoxikatie jj 333
r strychniene-intoxikatie Z7 351
Opium II 'j
„ -alkaloïeden 0-0
/ . OIO
7) , sporen in Hjkdeelen jj
r , dosis lethalis a-0
. 11, ai\)
" 'eten I. 131; 77, 387, 390
r , eliminatie rr
i . OO /