Een korte spanne tijds, ettelijke uren nog maar, en de inwoners der goede stad Nijmegen van den jare 1890 zullen het bewijs leveren, dat zij niet ontaard zijn van de deugden hunner vaderen van vóór 350 jaar, zij zullen toonen, dat de gastvrijheid ook door hen wordt hoog gehouden, dat deze deugd ook bij hen geen ijdele klank is en de vreemdeling, die nu reeds een wandeling maakt door Nijmegen's straten, zal de overtuiging opdoen, dat de goede gezindheid der poorteren, die hun hertog en vorst ontvangen, en de burgers van Noviomagum, die hun vorstin ontvangen, benevens de Hope van gansch Nederland, onze algemeen beminde prinses Wilhelmina, boven allen twijfel verheven is. In societeit, in koffiehuis en op straat hoort men men van niets anders — en wat wonder? Nijmegen is een gelukkige stad en zijn bewoners zijn Zondagskinderen. Maanden geleden reeds ontving men de heugelijke tijding, dat de Leidsche studenten, deelnemers aan den optocht, de invitatie van Nijmegens burgerij hadden aangenomen, om den optocht, in Leiden te aanschouwen gegeven, in Nijmegen te herhalen, dat 't den Vorst en Zijn gevolg zou behagen ook de goede stad Nijmegen met een bezoek te vereeren. De regelingscommissie is toen onmiddellijk aan den arbeid getogen, en nu: gansch Nijmegen zal feest vieren en duizenden met de bewoners der Waalstad. Reeds komen zij opzetten van noord en zuid, van oost en west, de horden deelnemers aan de feestviering, de velen, die ook gebruik wenschen te maken van de te zeldzaam aangeboden gelegenheid, om de zoo beminde Vorstinne des lands te huldigen, Haar van oog tot oog te aanschouwen en met Haar het geliefde Vorstenkind, dat — de Hemel geve dat onze grijze Vorst nog langen tijd de teugels van het bewind in handen moge houden — eenmaal geroepen zal worden, te zetelen op den troon, geschraagd door allen, die van goeden wille zijn. Nijmegen zal iets>schoons, iets buitengewoonste aanschouwen geven, als de vorsten in groote, in zoo ruime mate, zoo wat hun qualiteit als wat hun quantiteit betreft, binnen de stad zullen vereenigd zijn. Duizenden en duizenden zullen zich de zoo schoon geboden gelegenheid niet willen laten ontgaan, om hun beminde Vorstinne en het zoo geliefde Vorstenkind van oog tot oog te aanschouwen —het kind, dat, hopen wij, een waardige plaats zal innemen op Neerlands troon. Op 'toogenblik reeds gelijkt Nijmegen een groot hötel, of liever een groote kazernè, geen huis, zoo van geringen als aanzienlijken of 't telt gasten: lieve nichtjes en neeljes van den derden en vierden graad, van verre en van nabij, die zich daar opeens hebben herinnerd, dat zij nog een «hartelijk beminde" tante en een «innig geliefden" oom hebben in het aloude Noviomagum en van dien zoeten schat gebruik maken om genoemden oom en bedoelde tante eens in kennis te stellen met hun aanzijn op dit benedenrand, en tevens met hun lust om de feesten mee te maken. Veelal zijn dit nichtjes en neefjes van wier bestaan genoemde tantes en ooms in de verste verte geen flauw besef hadden, en wier brief doorgaans eindigt met de welgemeende hope, dat oom of tante gunstig op dit hun nederig verzoek mogen beschikken. De Waalstad heeft haar feestkleed nog niet aangetrokken, om des lands Vorstinne en haar welbeminde Dochter, benevens den Leidschen gasten te toonen, dat men van goeden wille is, vlaggen en groen prijken nog niet in haar straten, en versieringen als eerepoorten zullen er niet komen, want de burgemeester, de heer mr. P. C. Bijleveld, heeft het noodig geoordeeld, de oprichting te ontraden met het oog op de goede en geregelde circulatie — eenbepaling waarvoor veelis te zeggen. De goede toon, zoo noodig voor dergelijke feesten, zal evenwel niet ontbreken: in (sociëteit en koffiehuis, in de woningen van aanzienlijken en geringen is van niets anders sprake dan van de feesten, die aanstaande zijn en gisteren, Zondagavond, nog, was de feestcommissie ter beraadslaging langen tijd in de societeit »de Vereeniging" bijeen. De Burchtstraat telt reeds tal van winkels,'die een toepasselijke versiering hebben aangebracht, waaronder uitmunt het proeflokaal van Ferwerda en Tieman, dat van onder tot boven keurig is gedecoreerd en ook binnenin iets origineels te zien zal geven. In Bottelstraat, Vleeschhouwersstraat, en Steenstraat is men druk aan 't versieren (de Koningin en de Prinses trekken ook door de minder aanzienlijke buurten) en in de meer gegoede wijken zijn daartoe inzamelingen gehouden, die een uitnemenden uitslag hebben gehad. Behalve de optocht zullen de glanspunten van de feestelijkheden zijn de receptie van Karei V op het aloude Valkhof, en de cour in de groote zaal van de societeit »de Vereeniging", (die er met haar draperieën langs het gansche tooneel, dat den troon zal bevatten van den doorluchtigen vorst en de versieringen langs de galerij er reeds aardig uitziet). Zoo op het Valkhof als in de zaal van de Vereeniging worden naar teekeningen van den heer Henri Leeuw Jr. te Nijmegen, decoratiën in den stijl van het tijdperk, waarin Keizer Karel's intocht plaats had, aangebracht, die prachtig beloven te zijn, en waaraan groote sommen zijn ten koste gelegd. De heer P. F. Laging Tobias, president der feestcommissie, is persoonlijk herhaaldelijk naar 't Loo geweest om H. M. de Koningin te inviteeren, die — men neme dit wel in aanmerking — als gewoon toeschouwster komt, niet officieel, en daardoor de verhoudingen zooveel te ongedwongener maakt. Dinsdagmiddag heeft de officiëele ontvangst plaats aan het station, om één uur, door de civiele en ipilitaire autoriteiten en het bestuur der feestcom- : missie. Een eerewacht der DD. Schutterij en een van het 5e Regiment Infanterie met de Stafmuziek zullen de honneurs bewijzen.
Onmiddellijk na de ontvangst begeven zich H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Wilhelmina iri hofrijtuigen naar het Stadhuis, waarbij zij de volgende route nemen : Stationsweg, Keizer Karelsplein, Nassausingel, Sinetiusstraat, Bloemerstraat, Augustijnenstraat, Hezelstraat, Markt en Korte Burchtstraat.
Na Jop het Stadhuis even vertoefd te hebben, begeven Hare Doorluchtigheden zich naar de woning van den burgemeester, mr. P. C. Bijleveld, waarbij de volgende richting genomen wordt: Burchtstraat, St. Jorisstraat, Hunerpark (onder de viaduct door), Canisiussingel, Oranjesingel, Ziekenstraat, Molenstraat, "Verlengde Molenstraat en Nassausingel. Van uit de woning des burgemeesters zullen Hare Majesteit en de Prinses den historischen optocht zien voorbijtrekken. Zoodra de stoet hier gepasseerd is, begeven de hooge bezoeksters zich in hare rijtuigen langs Nassau-, Oranje- en Canisiussingel, Hunerpark en Kelfkensbosch naar het Valkhof, om daar, vanuit de voor HH. KK. HH. opgerichte loge, de aankomst van den optocht en de receptie van keizer Karei V door den burggraaf van Nijmegen te aanschouwen. Bij den ingang van het Valkhof, over de brug, worden H. M. en H. K. H. door de Regelings-commissie ontvangen. Na eenigen tijd op het Valkhof vertoefd te hebben, maken Koningin Emma en Prinses Wilhelmina een rijtoer over Berg en Dal en Beek. Daarbij wordt de volgende richting gevolgd : Kelfkensbosch, Hertogstraat, Berg en Dalschen weg. Bij den terugkeer langs den Übbergschen weg, nemen de Vorstelijke Bezoeksters de richting naar het station, langs Waalkade, Boddelstraat, Verlengde Hezelstraat, Kronenburgersingel, Spoorstraat. De koninklijke trein vertrekt te half vijf uur naar het Loo. De eerste opperstalmeester des Konings, de heer Steers, komt Maandagochtend per trein met postiljons, paarden en rijtuigen vooruit. De Koningin en de Prinses zullen gezeten zijn in een calèche met vier paarden, bereden door twee postiljons, in wit costuum, en voorafgegaan door een voorrijder. Het gevolg neemt plaats in drie landauers. Heden, Maandagavond, worden de feestelijkheden geopend met een concert van de zoo gunstig bekende kapel van het 5e reg. Inf., kapelmeester de heerj G. K. G. Van Aken, in de »Vereeniging", en Dinsdagmiddag om 2 uur heeft de historische optocht plaats, die uit zes afdeelingen bestaat: bestuurderen van de stad en het rijk van Nijmegen; het hertogdom Gelre; Keizer Karei V en zijn gevolg; de Bisschop van Utrecht; de aartshertog van Oostenrijk; de Raad van State. Honderd edellieden te paard en ongeveer 150 edelen en minderen te voet telt de stoet, waarin vier muziekkorpsen plaats nemen. De stoet neemt de volgende richting: na aan de Renbaan te zijn opgesteld, gaat hij langs Oranjesingel, Keizer Karelsplein (zuidzijde), Nassausingel (noordzijde), Kronenburgersingel (zuidzijde), Verlengde Hezelstraat, Hezelstraat, Stikke Hezelstraat. Markt, Burchtstraat en Kelfkensbosch. —Terwijl de paarden op het Kelfkensbosch blijven, begeven zich de deelnemers aan den optocht over de brug naar het Valkhof, waar de Keizer door den Burchtgraaf van Nijmegen, Reinier van Wijhe, heer tot Hernen, zal worden gerecipieerd. Na afloop dezer plechtigheid zet zich de stoet opnieuw in beweging, alsnu langs den volgenden weg: Hunerpark (onder de steenen brug door), St.-Jorisstraat, Hertogstraat, Oranjesingel, Verlengde Ziekenstaat, Ziekenstraat, Molenstraat, Verlengde Molenstraat (westzijde), Keizer Karelsplein (zuidzijde), Oranjesingel, terug naar de Renbaan, waar de optocht wordt ontbonden. Het programma der feestelijkheden is verder als volgt: Des avonds te 7J£ uur. Groot Feestconcert door de Kapel van het 4e Regiment Infanterie te Leiden, directeur de heer Gottfr. Mann. Des avonds te 9 uur. Cour, te houden door Keizer Karei V en gevolg in de groote zaal van de Societeit »de Vereeniging." Des avonds te 9'/j uur. Groote Militaire Taptoe door de gezamenlijke tamboers van het 5e Regiment Infanterie en de muziek van het Regiment Huzaren te Venlo, directeur de heer Van Dam, gaande van het terrein der Wedrennen door Molenstraat en Broerstraat naar de Markt. Des avonds te -10'/o uur. Groot toepasselijk Vuurwerk op het terrein van de Vélocipèdebaan. Des avonds te 11 uur. Concert door de Kapel van het 5e Regement Infanterie, Directeur de heer G. K. G. Van Aken. De studenten, deelnemers aan den optocht, vereenigen zich Dinsdagavond om zes uur aan een diner in de concertzaal van de societeit «Burgerlust." Dat de gansche bevolking van Nijmegen met het bezoek der Vorstin en de beminnelijke Prinses is ingenomen behoeft geen betoog en toch zal in menig waar Oranje hart — en welk rechtgeaard Nederlander voelt niet iets trillen in zijn binnenste, zoodra er sprake is van Oranje, van het Norstenhuis, waaronder en waardoor wij groot zijn geworden ? — het diep betreuren, dat het ook den grijzen Koning niet gegeven is, in de Waalstad aanwezig te zijn. Dit kon evenwel niet zijn en stellen wij ons gerust met de wetenschap, dat de Vorst een betrekkelijk goede gezondheid geniet en zich gewis zal verheugen met] Zijn Gade en Kind, die enkele uren van genoegen, van genot, ook voor gemoed en hart, zullen doorbrengen in het oude Noviomagum. Moge Pluvius, de regengod,die zich gisteren, Zondag, nog zoo geducht heeft doen gelden, zich eens bedenken en zich ontfermen over de duizenden en duizenden van allen rang en stand, wier genot hij met enkele regenvlagen voor een goed deel kan bederven en moge hij besluiten, zijn goede gaven tot later te bewaren. Want wil het weder medeloopen — en enkele weerprofeten geven de beste hoop — dan zullen de hooggespannen verwachtingen gewis niet worden teleurgesteld, veeleer overtroffen. Heden zijn per extra-trein 60 huzaren met hunne paarden uit Venlo aangekomen, om morgen bij he't houden van den optocht de orde te helpen handhaven. Keizer Karei V wordt met zijn gevolg, benevens nog een 150-tal deelnemers aan den optocht, morgen tegen 12 uur per extra-trein uit Leiden verwacht. Het weder was tot dusver heden vrij gunstig. Eenjenorme drukte heerscht reeds allerwegen in de stad.
"Maskeradefeesten te Nijmegen.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
"Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
Het feit van den dag is het onderteekenen van de »acte van Brussel", zooals in de geschiedenis zal heeten de overeenkomst, gesloten door de mogendheden Duitschland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, den Congostaat, de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, Engeland, Italië, Nederland, Perzië, Portugal, Rusland, Zweden en Noorwegen, Turkije en Zanzibar. De slaverntj-conferentie,bijeengeroepen door den koning van België, heeft gedurende zeven maanden vergaderd en is tot overeenstemming gekomen, in zake de wijze der bestrijding van den slavenhandel, voornamelijk in Afrika. De leden der conferentie hebben duidelijk te kennen gegeven, dat zij niet veronderstelden, dat de slavenhandel door deze acte zou vernietigd worden, wel dat de toepassing der genomen besluiten er toe zou st rekken, deze geleidelijk te bestrijden. De koning van België dankte gisteren de afgevaardigden voor hunne medewerking, op het galadiner, dat hij ter hunner eer had doen aanrechten. In de laatste week droigde de conferentie nog op nul te zullen uitdraaien, da n- ue Vereenigde Staten en Nederland weigerden goed te keuren, dat, in strijd met de oprichtingsacte van denCongostaatjinvoerrechten op den Congo geheven zouden mogen worden. De Vereenigde Staten en Nederland gaven eindelijk toe, waardoor den Congostaat de middelen verschaft werden om de bepalingen der overeenkomst op haar gebied ten uitvoer te leggen. De Times voer heftig tegen Nederland uit, dat met het oog op den handel op den Congo eerst niet wilde toegeven, daar de Nederlandsche factorijen niets dan nadeel ondervinden, wanneer de koopwaar belast wordt, terwijl Engeland den invoer langs zijne overige bezittingen zal zien vermeerderen, zoo de Congo door hooge rechten wordt afgesloten. De agitatie in Duitschland tegen de Engelsch- Duitsche overeenkomst wordt sterker in plaats van dat zij afneemt. Een manifest is uitgegeven, waarin er de aandacht op wordt gevestigd,datEngeland den Duitschers den handel op de Niger onmogelijk gemaakt heeft en hen nu weder uit een deel van Afrika verdrijven zal. In hoeverre hier tegen door bepalingen in het verdrag gewaakt is, kan nog niet worden nagegaan ; een feit is het,dat de Widumaatschappij nu reeds geliquideerd zal worden. De koloniaal-gezinden in Duitschland willen schijnbaar de beteekenis niet begrijpen van de woorden, door Wissmann gesproken op order van den Keizer, dat de Europeesche politiek overwegend is boven die, welke koloniën verschaft.
Het blijkt toch meer en meer, dat een bondgenootschap met Engeland de prijs is, -waarvoor plus Helgoland Duitschland de koloniale bezittingen verkocht heeft; de houding, die Engeland jegens Frankrijk aanneemt, is anders moeielijk te verklaren. Het perfideAlbion,dat zoo dikwerf in deze eeuw kleine stoten plunderde, misbruik makende van zijn overmacht, is nu met Frankrijk op gelijke wijze aan het handelen. Het negeert de gesloten verdragen en de rechten van Frankrijk op Zanzibar, waar de Fransche consuls als rechters mogen optreden, ja zelfs in de netelige quaestie over de kreeftenvisscherij op de kust van Newfoundland neemt het een oppermachtige houding aan. Hoewel de Franschen het recht der visseherij op de zoogenaamde Fransche kust van het eiland hebben bedongen bij het verdrag van Utrecht en reeds uit de voorgaande eeuw de Fransche nederzettingen dagteekenen, zond het een oorlogschip, en deed de inrichtingen tot het conserveeren en verpakken van kreetten, toebehoorende aan Franschen, sluiten. Behalve dat Baird, een der eigenaars,uit naam van vijf-en-twintig anderen de tusschenkomst van de rechterlijke macht heeft ingeroepen, zal deze zaak den diplomaten menig moeilijk oogenbkk kosten. Men maakt er den Fransche gezanten teLonden en Berlijn een verwijt van, dat zij niet wisten wat er gebrouwen werd, doch het blijkt, dat alles zeer geheim werd afgedaan; ook Rusland is verstoord, dat het vooruit niet geïnformeerd is.
Prins Ferdinand van Bulgarije heeft zijn land plotseling verlaten, de regeering overlatend aan Stamboulof, die direct als regent bevolen heeft den majoor Panitza te executeeren, wat voor het geheele garnizoen van Sofia heeft plaats gehad.
De ex-koning Milan van Servië maakt het den regenten zoo lastig, dat dezen hem uitgenoodigd hebben in 24 uur het Servische grondgebied te verlaten. De vorst heeft hieraan geen gehoor gegeven, zoodat men nieuwsgierig is welke politiemaatregelen men in naam van den zoon op den vader zal toepassen. De minister van oorlog van Duitschland spreekt het gerucht tegen,dat hij ztjn ontslag heeft gevraagd; hij ontving Zaterdag nog van den keizer een blijk van goedkeuring over zijn houding in het Parlement. Kr bestaat echter een principieel verschil van gevoelen tusschen hem en graaf Von Waldersee, hoofd van dengeneralen staf, zoodat zijn ministriëel leven van geen langen duur kan zijn.
"Buitenland.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
De paus heelt een krediet toegestaan voor de vervaardiging van een grooten draaienden koepel van 8 Meter, welke voor een photografisch observatorium zal worden ingericht. Onder toezicht van admiraal Mouchez zal de koepel te Parijs vervaardigd worden. — De aannemers van degroote bouwwerken te Rome hebben, naar aanleiding van den berooiden toestand, waarin de geldmiddelen dier stad zich bevinden, het bevel gekregen, niet verder met hun werk door te gaan.
Dientengevolge zijn op het oogenblik 1200 werklieden zonder werk. — De gezondheidstoestand te Milaan laat veel te wenschen over. Diphtheritus, typhus en scharlakenkoorts heerschen ernstig in die stad, vooral in de wijk Port-Genève.
"ITALIE". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
De keizer moet zijn verlangen te kennen hebben gegeven, dat zijn zonen, vooral de kroonprins en prins Eitel Tritz, in het .cadettenkorps worden opgenomen; reeds moeten hiervoor voorbereidende maatregelen genomen zijn. — Ter eere van luitenant-kolonel Wissmann had Zaterdag m het Kaiserhof een banket plaats, waaraan 200 afgevaardigden en hoogwaardigheidsbekleeders aanzaten. Wissmann trad gearmd met Windthorst binnen. Minister "Von Boetticher bracht een dronk op den keizer uit, waarop Wissmann antwoordde. Windhorst dronk de gezondheid van Wissmann'» moeder.
— Een geheele pagina, met groote letters bedrukt, heeft de Köln. Ztg. gewijd aan een manifest van dokter Adolf Tick, waarin deze onder den titel, «Deutschland wach auf!" (Ontwaak, Duitschland!) uit naam van tal van Duitschers uit Zurieh heftig protesteert tegen de in Afrika aan Engeland gedane concessies. Verder roept hij alle Duitschers op, om een monster-petitie tot den Rijksdag te richten, om dezen tot de verwerping van het Engelsch-Duitsche verdrag te bewegen. De vorm, waarin dit manifest gegoten is, doet aan Bismarck denken.
"DUITSCHLAND.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
De hertog van Aumale is gisteren te Calaxs aangekomen en onmiddellijk naar Parijs vertrokken. — Minister-president Freycinet heeft de afgevaardigden uit Parijs ontvangen, die om ruiming van de vestingwerken tusschen Auteuil en St. Denis verzochten. De Freycinet beloofde over het verzoek met den Krijgsraad in overleg te zullen treden, daar hij er zelfs niets tegen had. — De maatregelen, aie de regeering aan de Spaansche grenzen genomen heeft, worden hoog geroemd. Het toezicht is dan ook zoo streng, dat zelfs een gezant de verschillende ontsmettingen moést ondergaan. De microhen der cholera kunnen niet door den dampkring worden voortgeplant, zoodat alleen de zieken zelf, het linnen en het water besmettelijk kunnen worden geacht. De verschillende desinfectiön, die reizigeis- en hun bagage moeten ondergaan, zijn dan ook een uitstekende waarborg tegen de verspreiding der ziekte in Frankrijk. — Het Hof van Assises der Loire heeft een zekeren Buisson tot vijftien jaar en diens vrouw tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld, wegens moord, den 20en April 1888 op een 62-jarigen man, Guingard genaamd, hun buurman te Saint-Martind'Estreaux, door hen gepleegd. Zij hadden bij hrai slachtoffer ingebroken, om hem 1000 francs te ontstelen. De ontaarde vrouw had Guingard'sjlijk vreesehjk verminkt en haar man had de armen en beenen van den vermoorde medegenomen.
"FRANKRIJK.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
— De Minister van Oorlog verleent Donderdag ft. s. geen audiëntie, — Kieswet! Minister Lobman heeft zijn memorie van antwoord ingezonden op het Kamerverslag, betreffende de voorgestelde wijzigingen in de kieswet, waarvan, zooals men weet, de voornaamste is de verdeeling der vijf groote steden in enkelvoudige kiesdistricten. De Minister handhaaft zijn voorstellen met enkele veranderingen, o.a. een kleine wijziging der grenzen van de districten VII, VIII en IX van Amsterdam.
— De rechtstreeksche intercommunale telefoondienst voor publiek verkeer van Schiedam met Amsterdam, Haarlem, Zaandam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Dordrecht en Zandvoort wordt, met machtiging van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, morgen (1 Juli) geopend.
— Zaterdag werd in het Logegebouw te Arnhem de jaarlijksche vergadering gehouden van de gewestelijke Vereeniging «Gelderland" van hetNederlandsch Onderwijzers-Genootschap. Na afdoening van eenige huishoudelijke zaken, werd een drietal onderwerpen ingeleid en wel: «Nogeens, vrouwelijk hulppersoneel op de school" door den heer J. De Waal uit Harderwijk, »Het eerste onderwijs in de Fransche taal", door den heer P. Hoestra uit Wageningen en ten slotte sliet teekenonderwijs op de lagere school" door den heer heer D. C. Van Neck uit Arnhem.
De vergadering werd door ongeveer 90 personen bijgewoond, zoodat het volkomen natuurlijk was, dat een levendige discussie volgde. Na afloop werd door de afdeeling Arnhem een riviertochtje aangeboden naar de »Westerbouwing."Geldermalsen is aangewezen voor de plaats, waar de volgende jaarlijksche vergadering zal gehouden worden.
— Beroepen bij de Ned. Herv. Kerk. Te Vlaardingen en te Maass luis, 11. Ten Kate te Harderwijk. Beroepen bij de Chr. Ger. Kerk. Te lersekeE. Kropveld te Alblasserdam.
Aangenomen het beroep bij de Ned. Herv. Kerk, Naar ïermunten c. a. door R. J. Hazelhoff, cand. te Blij ham.
Bedankt -voor het beroep bij de Ned. Herv. Kerk. Voor Zevenbergen door P. S. Van Meerburg teKethel. Bedankt voor het beroep bij de Ned. Ger. Kerk (doleerende). Voor Vlaardingen door J. J. A. Ploos Van Amstel te Reitsum.
— Naar aanleiding van de krijgsverrichtingen in Atjeh gedurende het tijdvak van 12 December 1889 tot 1 April 1890, is bij Koninklijk Besluit van 26 Juni de sergeant der infanterie N. J. 01- dendorp benoemd tot ridder 4e klasse der Militaire Willemsorde; aan den kapitein van den generalen staf J. B. Van Heutsz toegekend de eeresabel met het gebruikelijke opschrift, en bepaald, dat de fuselier P. A. Janssens bij afzonderlijke dagorders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zal worden venjield. — Volgens het V a d. zal de IJsel-stoomtrammaatschappij overgaan aan een Engelsche Maatschappij. •— Volgens het loopend gerucht zou de Iste compagnie van het 4de bataljon van het 2de regiment infanterie van Maastricht naar Venlo verlegd worden. Ook zou het voornemen bij de regeering bestaan, na verloop van tijd 100 man infanterie in garnizoen te leggen te Roermond en Gennep- Men brengt deze plannen in verband met de bruggen over de Maas te Roermond en Gennep, welke men ingeval van jorlog zoo nöodig wenscht te vernietigen. — Was-, stearine- en talkvlakken kan men uit innen en andere stoffen verwijderen, door ze met ïau de cologne te drenken en dit te herhalen, sot'lat de vlekken afbrokkelen en zich dooreenig wrijven gemakkelijk laten verwijderen. — In den Circus-Carré te's Hage heeft Vrijdagivond een huzaar den prijs (een fraai horloge) jewonnen, door den directeur uitgeloofd voor denjene, die staande te paard driemaal de manege rondreed. — No. 1. Door den rijksveldwachter K , te Delft, is procesverbaal opgemaakt tegen D. K., koopman te Leeuwarden, wegens het dragen van verboden wapens 'revolver). — Men moet maar durven I Een vrouwtje van ongeveer 80 jaar te Roermond heeft het nog zoo ver weten te brengen, lat een weduwnaar van bijna 55 jaar haar zijn iiand heeft aangeboden. Het geval wordt te onjelooflijker, als men verneemt, dat de vrouw uit laar eerste huwelijk drie kinderen had, als tweeden nan een weduwnaar met 4 kinderen nam, terwijl de aanstaande derde ook weduwnaar is, en »en eigen huishoudentje medebrengt. — In ons land openbaart zich een beweging om 3e invoering van een octrooiwet te verkrijgen. Prof. D'Aulnis de Bourouill wijdt daaraan een artikel in den Economist, waarin hij zijn beiwaren uiteenzet tegen een ontwerp eener octrooiwet, door de vereeniging van voorstanders opgemaakt, hoewel hij zelf een octrooiwet nuttig en noodig oordeelt. Het verleenen van octrooien, het geven van een voorrecht aan uitvinders om gedurende langer of korter tijd de vruchten hunner vinding alleen te genieten, is een zeer moeielijk vraagstuk, daar in theorie ieder de billijkheid daarvan inziet, terwijl in de practijk eerst de veelvuldige bezwaren zich doen kennen. !|Heeft| men wel eens nagegaan, hoe zelden in e practijk de oorspronkelijke uitvinder het voordeel geniet, verbonden aan een uitsluitend recht ? Zou het de kostbare inrichting van een octrooibureau loonen, wanneer het aantal uitvindingen, dat hier te lande geschiedt,beschermd moet worden binnen de enge grenzen van ons rijk ? Hoe weinig waarde de vreemdelingen, buiten de theoretici, hechten aan de waarde van het octrooi hier te lande, blijkt reeds daaruit, dat het land overstroomd wordt met reizigers, die hier het nieuwste, wat elders uitgedacht is, te koop presenteeren ; zij weten uit ondervinding, dat zij wegens de beperkte consumptie hier geen namaak te duchten hebben. — Nadere telegrafische berichten tiit Lerwick aan commissarissen voor de haringjagerij berichten, dat de tweede jager, het ss. «Ingerid," bij zijn aankomst aan de baai slechts een achttal schepen daar vond, die niet meer dan een 200 tal tonnen haring over te geven hadden. Het had in de vorige week op de hoogte der Shetlandsche eilanden zoo ïwaar gestormd, dat de schepen zeker moeielijk konden binnenloopen. Dat de jager dus het bepaald aantal tonnen (1500) zal kunnen overnemen, valt te betwijfelen. — Gisteren werd te Schaefsberg plechtig herdacht het 2QO-jarig bestaan der hermitage, aldaar. Onder alle kluizen, die in Limburg gevonden werden of nog bestaan, is dezo om haar romantische ligging in de nabijheid van Valkenburg het meest bekend. Van daaruit toch ziet men in êén tafereel samengevat het geheele Geuldal, Oud- Valkenburg met zijn kasteelen, Valkenburg en de grootsche ruïne, de lange straten van Houthem en Meersen, alle als met een zilveren luik door de Geul verbonden. De kluis werd aangelegd in 1690 door de grafelijke familie Hoen van Cartils tot Schalven en heeft tot en met nu 10 bewoners gehad. De tegenwoordige kluizenaar Nicolas Laurent, is in 1889 Hendrik Weerts opgevolgd.
— De gevolgen van de werkstakingen zijn nog steeds merkbaar in de zittingen der Heerenveensche rechtbank. Zooals voor eenigen tijd gemeld is, werd J. H. veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf, omdat hij T. v. Z. met geweld uit zijn schip gehaald en hem gedwongen had, zich bij een troep werkstakers aan te sluiten. Thans waren de hekken verhangen en stond, op aanklacht van den veroordeelden J. H., T. v. Z. wegens een dergelijk feit terecht. De aanklacht van J. H. werd streng onderzocht en gaf weldra aanleiding tot vervolging. Nadat v. Z. gedwongen was geworden mede te gaan, toonde hij zich weldra een eerste belhamel, drong met vier anderen de woning van den onderbaas J. S. binnen en beval hem mede te gaan. J. S. toonde weinig geneigdheid dat bevel op te volgen. »Mee moet je!" snauwde v. Z. hem toe, »er uit!" En meteen greep hij hem aan, en daar een geheele bende werkstakers buiten de deur met den eisch van v. Z. instemde, bleef S. niets anders over dan toe te geven. Door een stevigen stomp in den rug, spoorde v. Z. hem tot spoed aan. nKijk, straks hebben ze hem zelf uit zijn schip gehaald, en nu is hij een van de voorsten," sprak een der omstanders.
»Ik moest er uit, en nu zal hij ook mee," antwoordde v. Z.
In weerwil van de pertinente ontkentenis van v. Z. achtte de officier van justitie de aanklacht wettig en overtuigend bewezen, en requireerde tegen hem een gevangenisstraf van 6 maanden.
— Den 22, Juli a.s. zal het 400 jaren geleden zijn, dat Jonker Frans Van Brederode met 26 wel. bemande schepen, van de noodige belegeringswerktuigen voorz'ien, voor Goedereede verscheen De geschiedschrijver zegt daarvan, dat hoewel de meeste weerbare manschappen ter haringvangst waren, de bestorming, welke onder aanvoering van Jonker Frans Van Brederode en Jonker Jan Van Naaldwijk met de meeste verbittering, zoowel van de land- als van de zeezijde plaats had, evenwel door de vrouwen, die gedurende zeven uren kokende pek, teer, brandende hoepels en pekkransen van de muren en poorten op de hoofden der belegeraars uitstortten, glansrijk werd afgeslagen. Als belooning voor deze kloekmoedige daad, schonk Vrouwe Margaretha van Voorne de stad 1800 rijnsche guldens tot herstel der schade aan muren en poorten en daarenboven met den graaf van Holland ten eeuwigen dage vrijdom van vlastienden.
— Van Amsterdam vertrok Zateidag naar New het stoomschip «Werkendam", der Nederlandscli-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, met 41 kajuitspassagiers, benevens 271 tusschendekspassagiers.
— Heden werden aan 't Kralingsche Veer ter markt aangevoerd 281 zalmen; groote zalm gold f 1.40 a f 1.50, kleine f 0.80 a f 1,— per 5 ons. 2 steuren.
— In de maand Juni -werien aan 't Kralingsche Veer aangevoerd 3832 zalmen, in Juni 1889 4740 stuks, in Juni 1888 7928 stuks.
— Aan de Vischmarkt te Rotterdam werden heden aangevoerd 1 kist Engelsche schol, 1 kist ijlbot, 1 mand droge scharren en 1 kist kreeften. Engelsche schol 3ben, 12 stuks, f 8.30 tot f 7,20 en de 4 ben, 16 stuks, f 8,40 tot f 6,70, ijlbot f 7,30 tot f 3,50, scharren 5 ben f 4, levende kreeften 1 ben, 5 stuks, f 5,80 tot f 3,50, kleine kreeften 1 ben f 3,50 tot f 3, en de 2 ben doode f 2,60. Er waren in 't geheel 4 kleine partijen aangevoerd. Door den Mark meester werden afgekeurd 8 kreeften, afkomstig uit Frankrijk.
— Nieuwmodische zakken! A: — Wat is 't, oude jongen ? Je ziet er zoo slaperig uit, heb je zoo slecht gerust ? B: — Volstrekt niet. Maar weet je, mijn vrouw heeft de gewoonte, om mijn zakken na te snuffelen. Toen heb ik gedacht, dit moet ge bij haar zakken ook eens probeeren, en nadat ze ingeslapen was, begon ik. A : — Nu, en ? B : — De duivel hale ze, ik heb den halven nacht naar de zakteen gezocht en — ik heb ze niet kunnen vinden.
— Een gevaarlijke echo! Reiziger: — Ik zeg u, heeren, er is daar te lande een echo, die, wanneer ge een pistool afschiet en goeden avond roept, het tienmaal laat hooren: altijd eerst een schot en dan weer goeden avond.
Toehoorder: — Dat beteekent niets. Wanneer je bij ons op straat een pistool afschiet en goeden avond roept, dan komt dadelijk een politieagent en zegt: Alsjeblief, ga eens dadelijk mee l
"Binnenland. 30 Juni.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
De namenvan den officier en de mindere militairen, die bij de ramp met het stoomschip sPrins Frederik" zijn verdronken, zijn: de 2e luitenant der infanterie Hub. Van Wijk, de korporaal der infanterie L. F. Knrtz, de soldaten der infanterie J. M. Martij, H. Schijnen, H. V. Flüry, W. Roelvink en A. H. Van Rumund. Uit de nadere bijzonderheden, welke worden gemeld over de botsing tusschen de «Prins Frederik" en de »Marpessa" blijkt, dat de gezagvoerders der beide booten geen der voorgeschreven voorzorgsmaatregelen hebben verzuimd. Wegens den dikken mist stoomden beide schepen met halve kracht en waren buitengewone wachters in het want op den uitkijk geplaatst. Toch merkten beide schepen niets van elkaar, voordat de schok werd gevoeld. De sMarpessa" trof de »Prins Frederik" midscheeps, met zoo groote kracht, dat het water onmiddellijk de machine-kamer en de hutten vulde. Er was geen oogenblik te verliezen. Alleen aan de uitmuntende tucht, welke op de »Prins Frederik" heerschte, was het te danken, dat nog het grootste gedeelte der opvarenden kon worden gered. De koloniale troepen — 75 man — gaven een uitstekend voorbeeld, dat goeden invloed op de ontstelde passagiers oefende. Onmiddellijk na de aanvaring commandeerde de bevelvoerende officier der troepen de soldaten op het dek en spoedig daarna stonden allen boven, geschaard in het gelid, alsof er parade werd gehouden. Aangemoedigd door dit voorbeeld van een uitstekende tucht gingen de matrozen terstond aan den arbeid en ook werden de passagiers, onder wie natuurlijk eerst groote ontsteltenis heerschte, daardoor gerustgesteld. Dat een algemeene paniek, welke zeer ernstige gevolgen zou gehad hebben, voorkomen werd, is voor een groot deel aan de flinke houding onzer kolonialen te danken. Met grooten spoed werden door de matrozen de booten neêrgelaten. De passagiers werden daarin gebracht, het eerst natuurlijk de vrouwen. Een klein oponthoud werd veroorzaakt, daar eenige passagiers hun nog wilden medenemen, maar daarvoor was geen tijd, want de nPrins Frederik" zonk steeds dieper. Een dame slaagde er in haar kostbaarheden nog te redden, maar een andere dame, die 1200 p. st. aan geld bij zich had, werd tegengehouden, toen zij haar leven in de waagschaal wilde stellen, om weer naar beneden te gaan en haar eigendom te redden. Terwijl de passagiers in de booten werden gebracht, hield de commandant der troepen appèl over zijn manschappen. Helaas, er ontbraken er zeven, de luitenant Van Wijk en de zes hierboven genoemde minderen. Blijkbaar waren zij door het plotseling indringende water overvallen, voordat zij het dek konden bereiken. Een poging om hen, nog te redden was toen vruchteloos, en zou slechten gediend hebben om nog meer menschenlevens in gevaar te brengen. — Er was trouwens geen oogenblik te verliezen. Nauwelijks was de laatste boot in zee gestoken, of de «Prins Frederik" zonk in de diepte. Degeheele ontscheping was in zeven minuten volbracht, zeer zeker een kranig stuk, wanneer men in aanmerking neemt, dat 170 personen onder zoo moeilijke omstandigheden in de booten moesten gebracht worden. De «Marpessa" was zoo zwaar beschadigd, dat het eerst scheen, alsof deze boot ook zou zinken. Het voorste gedeelte stond geheel vol water, maar gelukkig hielden de schotten, die het water uit het overige gedeelte van het schip moesten keeren, stand. Een gedeelte der lading werd overboord geworpen en zoo gelukte het, de «Marpessa" met alle opvarenden behouden te Falmouth binnen te brengen. De commandant der koloniale troepen was majoor Voorsluijs van Eik en de gezagvoeder van de «Prins Frederik" was de heer Visman. Aan de kloeke houding van deze beide bevelhebbers, die een uitstekende tucht onder hun ondergeschikten handhaafden, is het te danken, dat het treurige ongeval nog niet meer slachtoffers heeft geëischt. De verongelukte luitenant Van Wijk was 23 jaar oud en in November van het vorige jaar tot luitenant benoemd. Zijn vertrek naar Indië was eerst op November bepaald. Op verzoek van een zijner vrienden, luitenant Velde, die eerst in 't huwelijk wenschte te treden, had luitenant Van Wijk met dezen geruild en was voor hem thans naar Indië vertrokken. Uit erkentelijkheid hiervoor was luitenant Velde met zijn aanstaande vrouw bij het vertrek der «Prins Frederik" Zaterdag vóór acht dagen te IJmuiden om afscheid van luiten?nt Van Wijk te nemen.
"Het vergaan van de „Prins Frederik".". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002
De verkiezingen, die binnen kort gehouden zullen worden, zijn als volgt geregeld: De stemming heeft plaats volgens het scrutin de liste ; de Senaat; zal tut 63, de Kamer uit 205 leden bestaan. Magis- Jfetraten, godsdienstleeraren,provinciale gouverneurs bekleeders van andere publieke waardigheden «uilen niet verkiesbaar zijn.
"BRAZILIË.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/07/01 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010158:mpeg21:p002